22.2.01 - (0)
Nee, we krijgen hier in Exeter niet bepaald de cutting edge van de hedendaagse Britse muziekscene voor de kiezen qua concerten. Het is per slot van rekening al dik een jaar, zo niet anderhalf, geleden dat de Llama Farmers goed waren voor enige opwinding in de daartoe bestemde bladen. Ik ben waarschijnlijk niet de enige die ze eigenlijk al een beetje vergeten was, maar ze bestaan dus nog en hebben zelfs een nieuw album uit, El Toppo, en misschien hebben we ze iets te vroeg afgeschreven. De Llama Farmers doen nog steeds in punky, grunge-y powerpop: in de trant van Soulwax zonder die jaren '80 retrotik of de Foo Fighters zonder die voorkeur voor jaren '70 fm-rock. Bepaald niets nieuws onder de zon maar met puike songs - Jessica, Big Wheels, Snow White - en met stijl - mooie rooie lampjes en zanger/gitarist met prima haar en stropdas - en met sexy bassiste - is dat niet dubbel op?? Zijn vrouwen met een basgitaar niet per definitie sexy?? - die stoïcijns voor zich uit kijkt (als ze niet lief glimlacht) en er uitziet als een junkie uitvoering van Lauren Laverne. En dat is dus een compliment. Nee, die Llama Farmers zijn helemaal zo slecht nog niet. De context helpt trouwens ook een handje. In Nederland zou een bandje als dit - in het beste geval - voor een moedeloos halflege bovenzaal van de Paradiso staan op een willekeurige aflevering van het London Calling festival. In de Cavern is het gezellig druk en vooraan wordt er vrolijk op en neer gesprongen (alhoewel men wel wat aanmoedigingen nodig heeft van de roadie om om een encore te vragen). Ik was gelukkig wat aan de late kant dus hoefde alleen maar de laatste twee songs van lokale helden de Pop Vandals mee te pikken - vervelende populistische (lees: platte) gitaarrock - maar was ruim op tijd voor Biffy Clyro. Modernistische gitaarmuziek: beetje punk, beetje emo, beetje grunge, met vleugjes Nirvana en Hüsker Dü, hier en daar wat Schots (want uit Glasgow...) en scheef en op z'n tijd wat Mogwaiiaans gitaargepriegel en veel hard-en-zacht verrassingkjes. Niet wereldschokkend - en nogal in gebreke qua aanstekelijke melodieën - maar niet onaardig. Enige écht opvallende was dat ze alledrie - ook de drummer - zongen, alhoewel de meerwaarde daarvan niet altijd even duidelijk was. Alleen de zanger/gitarist had een opvallende stem; het soort van semi-southern countrysnik dat de zanger van de Zweedse Loosegoats tot in de puntjes beheerst. Wat dat betreft werd het pas écht interessant als ze met z'n drieeën tegelijk (maar allemaal iets anders) zongen.


pining for the fjords
hringvegur
instagram
pop muzik
bandcamp
facebook
e-mail
rss

front
job de wit
polderlicht
gert verbeek
toekomst hervonden
i always have a song

blogger statistics