Afgelopen maandag vond in de bovenzaal van de Paradiso de (Amsterdamse tak van de) lancering van de
Dutch Indie Singles Club plaats. Op het programma staan optredens van de twee bands die vertegenwoordigd zijn op de allereerste in dit kader verschenen vinyl-single, Blues Brother Castro en
Alamo Race Track. Een uitgelezen kans om onder meer eens te peilen wat we van het in de herfst te verschijnen nieuwe album van laatstgenoemde kunnen verwachten. Één ding wat in ieder geval niet veranderd is, is dat de band live nog steeds begint als een alleraardigste poldervariant op de
doom-y waverock van Interpol enzo en dan na twee nummers plots bevangen lijkt te worden door de blues. Deze combinatie klinkt mij vandaag de dag overigens een stuk natuurlijker in de oren dan voorheen wel eens het geval was. Het broeierige van de een is eigenlijk niet eens zo ver verwijderd van de slepende van de ander. Het resultaat is een soort van heel Europese blues-variant: de unison zanglijnen doen soms wat kozakkerig aan, iemand naast me herkent op een gegeven moment zelfs een polka ritme. Op het eerste gehoor lijken de nieuwe nummers het meer van hun intense sfeer te moeten hebben dan van hun
killer-refreinen die je meteen meezingt. Maar ik moet zeggen dat het op de site van D.I.S.C te downloaden Don't Beat This Dog zo via de computerboxjes een leuk, beetje vreemd popliedje is, maar in de live-uitvoering ook nogal ondoorgrondelijk klinkt. Dus wellicht komt dat op het nieuwe album allemaal wel weer goed. Aan de andere kant klinkt dat ene nummer van hun eerste plaat dat ze spelen wel weer gewoon in één keer fris en tegelijkertijd stijlvol. Ik ben er dus nog niet helemaal uit. Over Blues Brother Castro vervolgens valt weinig te twijfelen. Het viertal rockt en tiert en schuurt en broeit en zweet en krijgt, zelfs op een maandagavond, de poppetjes aan het dansen.