In 4 maanden verandert er weinig tot niets in Amsterdam. De Noord-Zuidlijn is nog steeds niet af en de Winston is nog steeds dezelfde gladde ballentent als vroegah. Ook nog even rumoerig. Nou is wat dat laatste betreft het tweetal dat daar afgelopen donderdag op het podium staat niet helemaal zonder schuld. Freschard en Stanley Brinks (aka André Herman-Düne) hebben het plan opgevat in één moeite door een overlappende en maar liefst een uur durende set te doen. Slechts gewapend met twee, electrische maar voorzichtig gespeelde, gitaren en een schier eindeloos aanbod in ontwapenende melodietjes. Halverwege wisselt de creatieve verantwoordelijkheid, en de lead vocals, maar meisje Freschard is zó geschoold in de muzikale normen en waarden van het universum van Herman Düne dat dit niet kan verhelpen dat het na verloop van tijd behoorlijk samey begint te klinken. Een Herman-Düne liedje is eenvoudig en lief maar volgt in grote lijnen eigenlijk altijd dezelfde structuur, zowel melodisch als ritmisch als de manier waarop de gitaar wordt aangeslagen. De charmes van vanavond - háár sexy Franse accent en zijn bloemenkrans om z'n hoofd en als altijd breekbare zangstem - weten de inwisselbaarheid van de liedjes niet de volle rit van zich af te slaan. Hoogtepunten zijn wat mij betreft de twee Calypso-duetten die ze halverwege de avond zingen. Ter plekke lijkt een nummer over dat ze een zeppelin zouden willen zodat ze net als Columbus de ontdekkingsreiziger kunnen uithangen een stukje onschuldige gekkigheid, maar nader onderzoek onthult een politieke boodschap (Op het bijbehorende album, Calypso, staan nog een paar covers van Lord Caresser en percussie en, hier en daar, blazers). Overigens zorgt een versie van Nick Cave's Weeping Song in de toegift ook nog voor een hartverwarmend slot.