Sparrow House - When I Am Gone (
bron)
Belaire - Madison (
bron)
Ik moest vorige week, in aanloop naar het concert van Vampire Weekend in Utrecht, ineens aan
Voxtrot denken. Voxtrot was eigenlijk de Vampire Weekend van vorig jaar (twee jaar geleden?). Ook een studentikoos, huppelend indie(pop)bandje. Uit Austin in plaats van Brooklyn en iets schaamtelozer in hun Smiths/Belle & Sebastian bewondering (maar dan weer zonder een Graceland-obsessie). Ook een internethype. Alhoewel dat bij Voxtrot ging op basis van een kleine handvol fantastische ep's en bij Vampire Weekend dankzij de nu al legendarische
blauwe cd-r. Maar waar Vampire Weekend op hun debuutalbum gewoon de belofte inlosten door simpelweg alle
hits, met een paar nieuwe maar daar verder niet van te onderscheiden liedjes, op een officieel schijfje de wereld in te sturen, pakte Voxtrot het iets ambitieuzer aan om daar vervolgens voluit mee op de snufferd te gaan. Dat er op hún eerste album grotendeels alleen maar nieuwe nummers stonden was tot daar aan toe. Het probleem was simpelweg dat die nieuwe nummers de
snap, de
crackle en vooral ook de
pop die we van ze gewend waren in grote mate misten. Moet bekennen dat ik tót vorige week dan ook zelden meer aan ze dacht. Zanger/songschrijver Ramesh Srivastava is momenteel
z'n wonden aan het likken in Berlijn. Aan een tweede album wordt zo te zien gesleuteld. '[I]t's gonna be brilliant'. En wie zijn wij om daar aan te twijfelen? De overige leden van de band houden zich in de tussentijd onledig in/met diverse andere bands en projecten. Gitarist Jared Van Fleet sleept zich door de, zo te horen zeer eenzame, avonden heen met Elliot Smith-achtige tokkelliedjes onder de noemer Sparrow House. Terwijl de ritmesectie, Matt & Jason, opdook in de op het eerste gehoor misschien net iets te wijdloperige keyboardpop van Belaire. Zowel Voxtrot als Vampire Weekend beleefden hun Amsterdamse podiumdebuut trouwens in de bovenzaal van de Paradiso. Vampire Weekend speelde
volgens de overlevering voor dertig man. Voxtrot was in mijn herinnering uitverkocht. Toch zijn zíj daarna niet meer langs geweest, terwijl Vampire Weekend in iets meer dan een half jaar via de Melkweg de Tivoli vol weet te krijgen. Wat me trouwens opviel was hoe lángzaam Vampire Weekend eigenlijk speelde. Ik kan me indenken dat het heel aanlokkelijk is om hun soort springerige muziek op het podium venijniger en sneller te spelen, maar het viertal leek express voor het tegenovergestelde te kiezen.