Het Spaanse Elefant Records is een van lievelingsplatenlabels. Ze brachten fantastische popplaten uit van bijvoorbeeld Camera Obscura, La Casa Azul, The Yearning en La Bien Querida. Jammer genoeg doen ze ook veel Spaanstalige rammelpoppunk en het is met een band uit deze laatste categorie dat de Elefant live-avond afgelopen zaterdag in de Lexington begint. Los Bonsais zijn met z'n tweeën en hebben een macbook meegenomen voor de drumpartijen. Ongeveer het enige positieve element aan hun poepsimpele twee-akkoorden-niemendalletjes is het verlegen poppenstemmetje van de zangeres maar zelfs dat weten ze te torpederen door ook de bassist af en toe te laten zingen. Dat kan hij ongeveer even goed als dat hij Engels praat. Niet heel erg. Ook dat weerhoudt hem er niet van om de nummers uitgebreid aan- en af te kondigen. De enige zin die hij in verstaanbaar Engels lijkt te kunnen is 'next song is a clean song' (of juist not) waar mee hij als ik het goed begrepen heb wil zeggen dat er in het nummer geen distortion over de gitaar zit (of juist wel). Soms heb ik een hele erge hekel aan de onambitieusheid en doelbewuste onkunde die veel indiepop lijkt te moeten kenmerken. Blijf dan gewoon thuis.
Papa Topo zijn weliswaar ook Spaans(talig) maar anders. Heel anders. Ze zijn met z'n vieren, zijn gekleed in witte outfits met op ieder t-shirt in knalroze twee letters van de bandnaam (PA, PA, TO en PO dus en ze staan in de goede volgorde op het podium) en zien er uit alsof ze vijftien zijn. Ze spreken íets beter Engels - de zanger heet ons welkom met een welgemeend 'Goodnight!' - en ze kunnen spelen. De zangeres, tevens dwarsfluitiste, kondigt het tweede nummer aan met 'it's in major key and we want you to dance to it'. Dat vat het voor mij eigenlijk wel prima samen. Ze wisselen suikerzoete Tropicalia-achtige dingen (zie die dwarsfluit van daarnet) af met meer Bis-achtige up-tempo nummers met beats en synths uit de computer. De nummers gaan, volgens de aankondigingen,, over robots en buitenaardse wezens en sex in de bioscoop (waarschijnlijk zijn ze dus niet vijftien). Ik verdenk de vier er een beetje van op musical school gezeten te hebben. De danspasjes - er is een nummer met danspasjes - komen er ook net iets te natuurlijk uit. In de meer punk-y nummers (onder meer een cover van de Spice Girls' Wannabe) verliezen ze wat mij betreft wat van hun charme maar die lijken bij het (voornamelijke Spaanse) publiek juist het populairst dus wat weet ik er nou van.
Headliners zijn The School, uit Wales, en hun gepatenteerde mix van girlgroup- en indiepop. Okay, misschien niet gepatenteerd maar wel precies zorgvuldig op mijn smaak afgesteld tussen gewoon goed (lekkere ritmesectie, niets dan hele lieve melodieën, elk refrein lijkt een 'baby' te bevatten) en twee (xylofoon, blokfluit, aan- en afkondigingen die niet anders dan gegiecheld lijken te kunnen worden). En dan zorgt die viool af en toe zelfs nog voor een vleugje Come On Eileen-era Dexys. Om eerlijk te zijn vind ik ze op plaat vaak net iets te eendimensionaal, te opgewekt. Ik mis een beetje de melancholische angel van de betere échte girlgroupnummers. En na een aanvankelijke euforie ben ik meestal na een handvol keren wel uitgeluisterd naar zo'n nummer maar in de livesetting speelt dat verder geen rol en is het gewoon allemaal leuk en lief. Toch is ook live mijn favoriete nummer van ze de langzame, de iets donkerdere, namelijk All I Wanna Do. Hun nieuwe album, Wasting Away and Wondering, verschijnt begin volgende maand en hopelijk komen ze snel weer een keertje terug in London want het was stiekum toch gewoon erg tof.