Het was afgelopen zaterdag drukker dan anders bij Daylight Music. Op metrostation Highbury & Islington kon je al over de hoofden lopen maar dat was omdat Arsenal thuis speelde. De met rood-witte sjaaltjes uitgedoste meute ging vervolgens een andere kant op dan ik. Maar ook in de Union Chapel zaten de bankjes goed vol. Ze zetten hier in de regel leuke dingen neer (bijna) elke zaterdagmiddag maar de voorman van een band als Hot Chip komt niet elke week.
Maar eerst de knispereloctronica van Isan. Twee in het zwart geklede heren van middelbare leeftijd, zittend, achter een tafel met apparatuur. Niet heel erg spannend. Dat is misschien ook helemaal niet de bedoeling. De meeste nummers hebben dan wel een soort van beat maar ze gaan toch meer voor ambient-y onthaasting dan de dansvloer. En kabbelen doet het aangenaam. Subtiel ratelende geigerteller-ritmes. Onbestemde, beetje vergeetbare melodieën. Het spannendst is het als ergens tegen het eind van het eerste nummer het brandalarm van de venue afgaat en het even duurt voordat we doorhebben dat het niet bij de muziek hoort. Muzikaal was ik zelf het meest gecharmeerd van de paar meer John Carpenter-achtige nummers in de tweede helft van de set.
Voor het optreden van Alexis Taylor zit ik helaas net aan de verkeerde kant van de zaal want in het deel waar hij, achter de piano, met z'n rug naar toe zit. Weet niet of ik heel veel mis. De kleine man met de grote bril – en rood-wit-gestreepte Where's Waldo trui (of toch ook Arsenal?) – van Hot Chip is als solo-artiest niet bepaald het extraverte type. Hij gaat achter de piano zitten en speelt liedjes. Zelfs een af- of aankondiging kan er nauwelijks vanaf. Z'n soloplaat, Piano, vond ik een tikkeltje saai. Het is gebaseerd op het truukje dat als je een nummer langzaam en gedragen speelt met alleen piano en zang met flinke echo het meteen best wel betekenisvol klinkt.
Het is in de regel een goed truukje en Taylor heeft als bijkomend voordeel een stem waar automatisch een aangenaam melancholisch randje aan zit, maar op plaat, en live ook, blijft het toch allemaal een beetje afstandelijk. Aan de liedjes ligt het verder niet. Het is een mix van eigen songs - nieuw en oud - en versies van bijvoorbeeld Crystal Gayle's Don't It Make My Brown Eyes Blue en Elvis' Crying In The Chapel maar ze krijgen allemaal dezelfde droge, ietwat statische behandeling. Misschien had het brandalarm weer voor wat extra leven in de brouwerij kunnen zorgen.