9.12.05 - (0)


White Stone Assembly - een van de drie bands gisteravond in de Winston - maakt, volgens eigen zeggen, liftmuziek. Main man René de Vries heeft in het verleden, met bands als Rollercoaster123 en Kryptonite Garden, al aangegeven een voorkeur te hebben voor de meer kitscherige kant van de popmuziek, maar met White Stone Assembly overschrijdt hij vol verve de grens met hardcore Easy Listening. Het vijf-koppige combo - het woord 'band' is hier op generlei wijze van toepassing - tovert de ene na de andere bloedeloze instrumentale compositie tevoorschijn. De Vries doet zelf de nietszeggende jazzy gitaarmelodieën, de pianist doet plinketyplonk en de rest van de band niet zo heel veel, wel, moeite om niet in slaap te vallen waarschijnlijk. Dit is muziek die eigenlijk alleen geschikt is voor wanneer ze op televisie een paar minuten over hebben vlak voor het nieuws en dat ze dan de klok laten zien. De Amsterdam Underground-hipsters staan er bij, kijken er naar en weten absoluut niet wat ze er mee aan moeten (mogen we lachen? Op de af en toe olijk kijkende tweede gitarist na, staat de band er met uitgestreken gezichten bij; nog net niet het puntje van hun tong tussen de tanden). Dan is de bedoeling van de Hot Stewards een stuk duidelijker: schreeuwerige punkrock. Tsjongejonge, wat is dit schreeuwerig. Alsof twee vocalisten (dat gillende speenvarken van The Spirit That Guides Us en de ook niet bepaald fluisterzachte jongen van het Deense Campsite) nog niet genoeg zijn, laten ook de gitarist en bassist zich niet onbetuigd, niet gehinderd door het eventueel ontbreken van een microfoon. Ondanks al dit vocale vuurwerk zijn het toch alleen de covers - Smalltown Boy, Rick Astley, Paula Abduls Straight Up - die blijven hangen. Headliners zijn de Amerikanen van Rainer Maria. Hun indierock is niet bepaald van het hippe, post-emo-achtige soort maar herinnert meer aan de jaren negentig, bands als Superchunk. Onder een noisy-gitaardeken zitten zweverige melodieën. Zangeres Caithlin De Marrais heeft een mooie, klare stem; een tikkeltje schor en slaperig van het toeren. Het resultaat is intens en stuurs en, ondanks de punky instelling en bijbehorend volume, klein en bescheiden. De kwaliteiten zitten niet meteen aan de oppervlakte; je moet er wel een beetje je best voor doen om er door geraakt te worden. Maar dat is zeker waard.

Een dag te laat natuurlijk, maar ik wilde jullie Julie Burchill's antwoord op de vraag Waar Was Jij Toen Je Hoorde Dat John Lennon Vermoord Was? absoluut niet onthouden.


pining for the fjords
hringvegur
instagram
pop muzik
bandcamp
facebook
e-mail
rss

front
job de wit
polderlicht
gert verbeek
toekomst hervonden
i always have a song

blogger statistics