5.3.06 - (0)


Het had wel iets weg van een indie-Goud van Oud afgelopen zaterdag in de Paradiso. Zo stond onder meer Juliana Hatfield, dé begin jaren negentig alternababe, op het podium. Zo helemaal in heur eentje verwees ze Jan Douwe Kroeske's stelling dat échte liedjes ook overeind blijven in kale vorm naar het rijk de fabelen. Een nummer als My Sister is onmogelijk níet aanstekelijk te noemen maar alleen op versterkte gitaar, zonder de dynamiek van een bandje, wordt het al snel vlak. De overige liedjes die ze speelde, vooral van haar laatste twee albums had ik de indruk, leden onder hetzelfde euvel met als extra hindernis dat ze om te beginnen al niet My Sister waren. Dit soort muziek klinkt gewoonweg het best met bas en drums. Iets dat door het optreden van de openers van de avond, een trio bestaande Hilken Mancini (ex-Fuzzy, wellicht bekend van het hitje Flashlight) en Chris Colbourn (voormalig bassist van Buffalo Tom) plus een drummer, wordt onderstreept. Alhoewel het op papier iets wegheeft van zo'n braderiën- en bungalowkampenband bestaan uit de vroegere zanger van Dollar en een achtergrondzangeres die ooit in Bucks Fizz heeft gezeten klinkt het lekker fris, alhoewel het natuurlijk gewoon eerste helft van de jaren negentig powerpop blijft. Het klinkt allemaal precies als de Posies, Magnapop, Juliana Hatfield tóen en als het tempo omlaag gaat moet je steevast aan Big Star denken.

En zo kwam het dus dat Caesar de jonge honden van de avond zijn. Een rol die ze overigens niet van harte afgaat. Ik dacht, eerder dit jaar tijdens Club3voor12, dat het gewoon een kwestie van er weer inkomen zou zijn maar ik moet zeggen dat zelfs na een uitgebreide 'nee, dit kun je absoluut geen afscheidstournee noemen, dit is juist een comeback na een welverdiende sabbatical'-tournee langs het vaderlandse clubcircuit het heilige vuur nog steeds niet terug lijkt. Het is zeker niet slecht, dat kan niet met het soort nummers dat Caeasar over de jaren heeft geschreven, maar het is wel te weinig geïnspireerd, te losse pols en te op de automatische piloot om indruk te maken. De lieve liedjes worden te vrijblijvend gebracht om te ontroeren en de rockers klinken te plichtsmatig Nirvana-esk. Het is dan ook niet meer dezelfde band als vroeger. Een van de aspecten die de muziek van Caesar zo leukt maakt(e) was de combinatie tussen de dromerige melodieën van Roald en de afgemeten drumstijl van Marit en beide lijken in de loop der tijd extremer te zijn geworden. Marit is vandaag de dag een stuk preciezer en technischer, terwijl Roald nóg terloopser en gemakkelijker lijkt te klinken. Op zich niet per se slechte ontwikkelingen - Marit klinkt fantastisch in de knip-en-plak-pop van Solex - maar op één podium ligt het te ver van elkaar af. Een behoorlijke uitgebreide analyse, dat ben ik met je eens, maar ik had er dan ook alle tijd voor, terwijl ik in principe toch stond te kijken naar wat een glorieuze thuiswedstrijd van een stel gelouterde lokale helden zou moeten zijn. Alleen de lichtman lijkt écht uit z'n dak te gaan en wil klaarblijkelijk alle knopjes en instellingen van z'n apparatuur gedurende het concert gebruiken. Het drukke, en oogverblindende, visuele resultaat benadrukt eigenlijk alleen maar de uitgeblustheid van wat er verder op het podium gebeurt.

London Calling nieuws: dat er eind deze maand weer een nieuwe editie gepland staat - met onder meer de Futureheads en de Long Blondes - is waarschijnlijk al bekend en op de site kon je ook al lezen dat er op Koninginnedag (dit jaar op 29 april) weer een buitenpodium georganiseerd wordt. Zelf noemen ze pas één band voor deze editie van het festival, Shit Disco, maar het lijkt er op dat ook de Pipettes al zijn geboekt.


pining for the fjords
hringvegur
instagram
pop muzik
bandcamp
facebook
e-mail
rss

front
job de wit
polderlicht
gert verbeek
toekomst hervonden
i always have a song

blogger statistics