9.4.06 - (0)


Alhoewel het al met al, heen en terug, nog geen 45 kilometer bedroeg, voel je zo'n eerste buiten-Amsterdamse fietsritje van het seizoen toch altijd behoorlijk. Doel van deze fysieke inspanningen was het )Toon)festival in Haarlem en dan meer bepaald de showcase van nieuw Nederlands electronisch muziektalent dat onder de naam )Toon) Workstation in de kleine zaal van het Patronaat plaats vond. Ik was precies op tijd voor Nanko, ook wel bekend als de gitarist van Cheech Wizard, maar onder eigen naam recentelijk verantwoordelijk voor een heel aardig album vol abstract kabbelende, Aphex Twin-achtige constructies. De live-vertaling van dit alles lijkt zich te concentreren op wat extra, ter plekke aangestuurde effecten en breaks en een prominente rol voor de gitaar. Nou is dit instrument op het album ook al in ruime mate aanwezig maar op een middag waarop ik toch vooral veel intens getuur naar laptopschermen had verwacht, is zo'n houten plank met zes snaren en dat eeuwige getapdans op die effectpedalen een behoorlijk archaische vertoning. Het bijbehorende geluid is ook zo traditioneel: het maakt niet uit hoe goed je kunt pielen - en Nanko kan héél goed pielen - en hoeveel software je er vervolgens overheen giet, het blijven steeds gitaarloopjes die je hoort en naar gitaarloopjes hebben we de afgelopen decennia al meer dan genoeg kunnen luisteren. BASIC & Aart-Jan Schakenbos lijken het in eerste instantie beter begrepen te hebben: ook zij maken, naast een laptop, gebruik van een gitaar maar hun exemplaar ligt op de grond en een van de twee jongens trapt er nu een dan tegenaan. Het levert een kleine onheilspellende muur van geluid op. Maar na een tijdje gaat ook hier de leiband schouderband gewoon om en worden de op zich best sfeervolle, kille electronische klanken overstemt door een potje doelloos op z'n Sonic Youth's in het rondgieren. Gaap... Ik heb in principe weinig tegen gitaren maar als je claimt er mee te experimenteren waarom sta je er dan zo clichematig aan te wringen, net als al die andere Lee Ranaldo-wannabe's? Het resultaat is bovendien niet om aan te horen en na een minuut of tien met m'n vingers in m'n oren te hebben gezeten, ga ik maar weer naar buiten. Er staat nog meer op het programma vandaag.

Terug in Amsterdam vindt er in de Desmet Studios namelijk de vierde editie van het Dwars Festival plaats. Openers Boduf Songs maken een boel sfeer met heel weinig; een paar akoestische gitaren, een strijkstok, hier en daar een xylofoon en veel binnensmonds gemompel. Geen meeneuriebaar liedje te bekennen maar het maakt in al z'n mistroostig- en serieusheid wel indruk. Waarschijnlijk onbedoeld humoristisch hoogtepunt is ergens halverwege een heel lang stuk self-indulgent gitaargetokkel, als de derde man/percussionist z'n drumstokjes als konijneoren op de capuchon van z'n trui zet. Castanets, dat hierop volgde, verveelt met een hoop amateuristisch aangerommel in de country-marge. Ook Phosphorescent blinkt niet uit in professionalisme maar de aanstekelijke, eenvoudige, vertellende liedjes, de sympathiek houterige muzikale aankleding met twee blazers en een warm orgel, en de jas-met-lichtjes (!!!) van zanger/gitarist Matthew Houcke maken heel veel goed. Tijdens die paar up-tempo nummers waarop de leden van Castanets mogen meedoen op diverse trommels verzand het in iets wat klinkt als een veel te gezellige jamsessie in een Amsterdams backpackershostel maar als daarna zelfs de laatste Castanet doorheeft dat zijn aanwezigheid achter het drumstel niet gewenst is en de band nog een paar van die hele mooie, hele langzame en heel directe countrysoul-via-Will Oldham niemendalletjes doet, komt alles weer op z'n pootjes terecht. Afsluiter van de avond is Casiotone For The Painfully Alone. Owen Ashworth is een grote, zwaar bebaarde jongen met bril en Sun-studios t-shirt die driekwartier lang zeer geconcentreerd héél hard naar de tafel vol electronica voor hem kijkt en van pure zenuwen gedurende elk nummer ongeveer drie keer aan elk knopje draait en elk snoertje rechtlegt. Voor het publiek is het ook een beetje een ongemakkelijke ervaring om, gezeten op stoelen, te luisteren naar slaapkamer-disco-pop als Scattered Pearls. Zijn liedjes zijn kort en goudeerlijk, zoals we ze kennen van plaat. Zijn gemompel nog net iets dichterbij en breekbaarder. De analoge electronica ruist en zucht en steunt en kraakt. Arab Strap meets Lali Puna; Postal Service maar dan zo verlegen dat ze niet achter de bank vandaan durven te komen. Na afloop aan de bar wordt eens te meer geconcludeerd dat er maar weinig bands zijn wiens bandnaam zo goed bij de muziek past. En dat het heel mooi was geweest.


pining for the fjords
hringvegur
instagram
pop muzik
bandcamp
facebook
e-mail
rss

front
job de wit
polderlicht
gert verbeek
toekomst hervonden
i always have a song

blogger statistics