19.7.06 - (0)


Ondanks dat het hartje zomer is toch nog een boel bandjes gezien de afgelopen dagen. Afgelopen zaterdag bijvoorbeeld de Nieuwe Vrolijkheid in de Nieuwe Anita. Ergens vorig jaar verraste dit Haagsche, toen nog, viertal met een leuke demo vol puntige, lekker dwarse gitaarpop á la de Undertones en de Thermals. De eerste keer dat ik ze live zag was echter nogal een deceptie. Met een beetje goeie wil zou je kunnen zeggen dat de band toen zoekende klonk. Naderhand bleek dit hun eerste optreden zonder bassist te zijn en was het inderdaad een geval van gewoon maar wat aanrommelen en proberen. Eigenlijk lijken ze daar met z'n drietjes sindsdien niet mee opgehouden te zijn, maar het geexperimenteer is inmiddels een doel op zich in plaats van een oplossing voor een probleem. Ze zijn niet de eerste noch de laatste band ter wereld die een slag van de molen die Sonic Youth heet hebben meegekregen, maar al die andere bandjes zijn niet hier en nu of met die grote tom voor het podium en dat orgel en die baspedalen en die saxofoon en die nummers die volgens een geheel eigen logica lijken te verlopen (begin en eind komen nogal eens op een onverwacht moment) en die krassende gitaren en, vooral, met die eigenzinnige zelfverzerdheid en frisheid.

Zondagavond een avond vól bandjes in de bovenzaal van de Paradiso, maar ik was vooral geinteresseerd in Islands. Ook hier wagonladingen eigenzinnige frisheid maar het lijkt vooral aan de oppervlakte te liggen: we tellen diverse violen, een basklarinet en hier en daar zelfs een hobo maar muzikaal gebeurt er vervolgens niet zo heel veel mee. Natuurlijk, zo'n basklarinet knort verschrikkelijk sexy maar voor een band die bestaat uit zeven man en opereert met zo'n uitgebreid instrumentarium willen de nummers maar niet echt meeslepend worden. Ik had niet meteen Polyphonic Spree-achtige hoogten en diepten verwacht maar dit klinkt toch allemaal net iets te veel als het een beetje armetierige broertje van een band als de Arcade Fire. Ik tel ook maar weinig nummers van hun, overigens nog steeds fantastische, album. Dat helpt niet echt.

Maandag tenslotte wilde ik toch ook nog even Politics in Bitterzoet zien. Deze Rotterdammers doen op plaat in gewoonweg goeie indierock met een braaf new wave-erig tintje. Weinig nieuws onder de zon, maar voor een lokaal bandje lijken ze het schrijven van aanstekelijke melodieën behoorlijk onder de knie te hebben. Jammer genoeg lijden ze op het podium aan een totaal gebrek aan persoonlijkheid. Daar kunnen vier witte overhemden met zwarte stropdassen niets aan doen. En er is verdomd moeilijk doorheen te luisteren. Het eindeloos naar hun eigen schoenveters lopen staren van de band past namelijk ook ineens prima bij de slappe jazzy stukjes die sommige nummers blijken te hebben en de saaie progrockerige instrumentale dingen die hun kop opsteken. De intense uitstralingsloosheid sneeuwt de toch nog steeds heel behoorlijke nummers, met lekker zwabberende Pavement-achtige zang, genadeloos onder. Zonde.


pining for the fjords
hringvegur
instagram
pop muzik
bandcamp
facebook
e-mail
rss

front
job de wit
polderlicht
gert verbeek
toekomst hervonden
i always have a song

blogger statistics