10.12.07 - (0)


Dankzij het internet is een goeie ouwerwetse hype niet meer louter voorbehouden aan de Britse muziekpers. Amerika doet momenteel even hard mee. Amerikaanse Bandjes hoeven niet meer eindeloos op toernee om na jarenlange noeste arbeid en handjes schudden met de medewerkers van alle lokale radiostations eindelijk eens hun plaatje gerecenseerd te zien in de Rolling Stone maar gewoon, hup, demootje op Myspace en maar afwachten totdat de mp3-blogs en Pitchforken zich in joechei-stemming overelkaar heen buitelen. Zie: Clap Your Hands Say Yeah!, Tapes'n'Tapes, Voxtrot, Vampire Weekend. Het meest recente exponent, Black Kids, wist het voor elkaar te krijgen hun hype voordat deze goed en wel op gang was gekomen al te laten inhalen door z'n eigen backlash. Dat was zelfs de NME nog nooit gelukt. De vraag of zo'n hype terecht is, is ten allen tijde een zuiver retorische, maar wegens in de gelegenheid gisternamiddag toch maar even gaan kijken in Nambucca in London waar de band het laatste optreden van een kleine Engelse toer gaf. Muzikaal past het vijftal bijna precies in bovenstaand rijtje met als unique selling points een paar handen vol jeugdige frisheid en bijbehorend songmateriaal en een sexy, slicke, soort van Duran Duran-achtige variant op de moderne hoekigheid onder meer dankzij een dubbele dosis synths. De zanger klinkt eng veel als Robert Smith van de Cure maar dan, dankzij een extreem uitbundige manier van zingen, met het irritatievermogen van een almaar naast je hoofd blijven zoemende mug als je probeert te slapen. En dito toonvastheid. Nou lijkt dat laatste sowieso niet erg hoog op het prioriteitenlijstje van de Kids te staan want de twee synthesizerbespeelsters hebben hun zanglessen overduidelijk uit het boekje van de Human League. Het pas allemaal in het plaatje. Binnen een half uurtje zijn alle hits gespeeld - het niet on-Los Campesinos-achtige I'm Not Gonna Teach Your Boyfriend How To Dance With You is overduidelijk favoriet - en ook deze Noord-Londonse uithoek veroverd.

De twee voorprogramma's waren, op papier, meer typisch zondagmiddag-muziek want eenzame man cq. vrouw met gitaar respectievelijk ukelele. Eugene McGuinness opende. Aparte zangstemmen blijkt het overkoepelende thema vandaag want die van hem is wellicht nog het eenvoudigst te omschrijven als een mix tussen Morrissey en Dylan. Hij geeft hem vocaal flink van jetje en z'n niet bepaald verfijnde kampvuurakkoorden matchen wat dat betreft prima. Persoonlijk ben ik dan ook meer gecharmeerd van z'n liedjes in meer aangekleedde vorm - z'n hit Monsters Under The Bed bijvoorbeeld, dat-ie niet eens speelde - want voor tweederangs Lucky Fonz III-ismes had ik ook gewoon in Amsterdam kunnen blijven. Het beleg op de muzikale sandwich wordt geleverd door Soko, bekend van háár bloghit I'll Kill Her. Alle op dat nummer gebaseerde verwachtingen worden ingelost: het is tenenkrommend naief en eerlijk, nodeloos onbeholpen en kinderlijk maar voor alles toch ook gewoon hartverscheurend lief. Geen idee in hoeverre het toneelspel is of gewoon onwennigheid; ze zegt dat het een van haar weinige optredens is zonder haar vaste gitarist. En het is sowieso leuk om te zien hoe ongemakkelijk die Engelsen worden van zoveel Europese directheid. En het hoort er gewoon bij. Zonder het lichtelijk melige gestuntel zouden die liedjes niet zo mooi zijn. I'll Kill Her speelt ze helaas niet maar wel een liedje over een hond en een liedje over katten en een liedje over toen ze dacht dat ze zwanger was. Hoogtepunt qua rillingen over de rug is I Will Never Love You More dat slechts twee weken oud is en geschreven nadat ze gedumpt is door haar vriendje - die vaste gitarist van hierboven - en bijrollen kent voor Phil Spector, God Only Knows van de Beach Boys en de drummer van de Flaming Flips, zoals dat hoort bij échte, gemeende liefdesliedjes. Toegegeven, je moet sterk in je schoenen staan om meer dan twintig minuten van dit soort Daniel Johnston meets Jens Lekman via Herman Düne-achtige kneuterigheid aan te kunnen, maar het zijn wel twintig hele hele mooie minuten. Soko staat begin volgend jaar op Eurosonic (en is in ook tegen te komen op een remix/cover van de Klaxons).


pining for the fjords
hringvegur
instagram
pop muzik
bandcamp
facebook
e-mail
rss

front
job de wit
polderlicht
gert verbeek
toekomst hervonden
i always have a song

blogger statistics