15.7.08 - (0)


Lounge on the Farm dag 2, de zaterdag. Sla het grootste deel van de middag over wegens andere verplichtingen en een weinig aantrekkelijk programma. Haak aan het begin van de avond aan bij Johnny Foreigner. Urusei Yatsura maar dan sneller door de bochten. Dit soort indierock - scherp, schreeuwerig, melodieus - is nooit hip geweest en zal dat nooit worden maar is ook niet uit te roeien. Straks na de nucleaire holocaust mag het met de kakkerlak gaan uit vechten wie het licht op aarde uit mag doen. Ik ben meteen op het juiste level. Hoogtepunt van het optreden van Those Dancing Days is misschien wel de soundcheck. Vijf heel erg Zweedse meisjes in fleurige zomerjurkjes en daar dan één ongeveer even oude, heel erg Engelse jongen van de techniek tussen die one-two one-two in de microfoon mag roepen en onderwijl geen idéé heeft hoe hij zich een houding moet geven. Het optreden zelf heeft dezelfe vanzelfsprekende onbevangenheid. Alsof de dames het de normaalste zaak van de wereld vinden dat elke keer als ze hun instrumenten oppakken er aan de lopende band aanstekelijke, indiepop-met-een-vleugje-northern soul liedjes uit rollen. Gebeurt dat niet bij iedereen dan? Los Campesinos! hebben ongeveer hetzelfde. Maar hier is het meer tegen wil en dank. Volgens mij wil de zanger heel graag onluisterbare vernieuwende, schots en scheve noiserock maken maken maar stranden z'n pogingen op een of andere manier altijd in uitzinnig aanstekelijke popsongs. Hoe gefrustreerder hij hier van raakt, hoe blijer z'n liedjes. Een vicieuze cirkel. (Had hij dan maar een ander instrument dan een xylofoon moeten kiezen, denk ik dan). Het is jammer dat de band de energie en de lol en de riot en de herrie van de live-context op hun debuutalbum niet heeft weten te recreëeren. Ik was bijna vergeten wat een fantastische band dit eigenlijk is. Ook de Mystery Jets zijn lekker feestelijk. Het is niet perse mijn feestje maar met hun onbezorgde britpopniemendalletjes zorgt het viertal in ieder geval voor een gezellige knees-up in de stal. Engelsen doen graag mee en de terrace chant-refreinen van de Jets kun je ook als je het nummer niet kent meteen meelallen. Mijn kennis aangaande de New York Dolls gaat niet veel verder dan Trash (en dat Morrissey ver voor de Smiths voorzitter van hun fanclub was). De eerste drie nummers klinken precies zoals je dat van een stel rock'n'roll survivors (wel, twee overlevenden plus een handvol huurlingen, waaronder een Hanoi Rock op bas) een dikke dertig jaar na dato zou verwachten. De groeven in hun gezicht zijn waarschijnlijk zelfs vanuit de jazztent te zien. En die staat op de camping. Bovendien geen Trash maar wel een ongelooflijk beroerde versie Piece Of My Heart (weer Janis Joplin). Ik zoek onderdak bij de swingende proto-rock'n'roll van Kitty, Daisy & Lewis. De drie tieners ogen the part - als om door een ringetje te halen, emmers haargel zijn er aan te pas gekomen - en weten de weg op drums, ukelele, twanggitaar, smoelschuif, orgel, accordeon en wat niet meer (paps en mams verzorgen, glimmend van trots, slaggitaar en staande bas) maar klinken tussen de nummers door als de eerste de beste Londonse straatschoffies. Er is op het moment in de Engelse (binnen)steden nogal een messenprobleem onder tieners. Ik zeg: méér 78-toeren plaat voor de jeugd, dan komen ze van zelf in het gareel. Op het Kentse platteland blijft het daarentegen nog lang onrustig.

Lounge on the Farm dag 3 (en slot), de zondag. Ik heb wanneer ik, weer in de loop van de middag, kom aankakken moeite een vrij plekje aan het hek te vinden voor m'n fiets. Waar komen die andere exemplaren (vier!) ineens vandaan? Is dit dan die langverwachte Critical Mass? Pik nog een deel van de dj-set van Kevin Rowland mee. De vroegere Dexy's Midnight Runner (en absolute Stereo Hall of Fameër) draait soul en (glam)rock plaatjes uit het Arbeidsvitaminen archief. De apotheose is Underworld's Born Slippy. Zo spannend moet je het ongeveer zoeken. Terry Hall, later op de dag, is als dj slechts marginaal obscuurder en verrassender. Hij opent z'n set met een ruime hand hiphop, maar ook hier veel open deuren (The Message, BDP, Cypress Hill, California Love). Ontdekking van de dag is, op het lokale (wel, Kentse) podium, What Would Jesus Drive. Door de Kills als te voor de hand liggend afgeschreven rock-riffs uitgevoerd door een baard met truckerscap (hij, op gitaar) en een door een cowboyhoed bedekte platinablonde coupe (zij, op bas) bijgestaan door een drumcomputer en synthesizerbliepjes van tape. Mötörhead meets bis! Helen Love goes White Stripes! (Of, voor de kenners van obscure Nederlandse bandjes van jaren geleden, de Nazis from Mars). Bonuspunten voor de His'n'Hers versterkers en, gewoon, omdat het klinkt alsof ze hun huiselijke ruzies op het podium aan het uitvechten zijn. The Shortwave Set blijkt perfect voor een zomerse zondagmiddag. Had er eerlijk gezegd een beetje een hard hoofd in dat hun subtiele, beeldscherm vullende klanken een beetje zouden verwaaien in de wei, maar de oplossing is gewoon de meneer met de samples lekker hard zetten, dan draait de rest van de band als vanzelf zonder problemen mee. Zelfs met een set bestaande uit louter nummers van hun laatste album (dus niet volgens mij toch een zéér festivalvriendelijk nummer als Casual Use) weten ze de meute instemmend aan het meedeinen te krijgen. Ondanks het meervoud in de naam van de begeleidingsband is Holly Golightly & The Brokeoffs slechts met z'n tweetjes. Holly wordt in de folktent ondersteund door Dave, die niet alleen gitaar speelt, maar met z'n voeten bovendien het drumstel ('drumstel') bedient. De door dit multi-tasken ingegeven eenvoud zorgt voor precies de juiste bijpassende sjokkende boem-tsjak bij Holly's stoffige (en steevast waargebeurde) countryblues miniatuurtjes. Ze is trouwens ook een van de vaste gasten van het festival. Dat viel me wel op. Voor nogal wat bands is Lounge on the Farm inmiddels vaste prik op de concertagenda. Dat levert steevast een gezellig weerzien met de Kentse fanbase op, maar om mij volgend jaar weer als bezoeker te trekken zullen ze meer doen dan weer grotendeels dezelfde line-up programmeren.


pining for the fjords
hringvegur
instagram
pop muzik
bandcamp
facebook
e-mail
rss

front
job de wit
polderlicht
gert verbeek
toekomst hervonden
i always have a song

blogger statistics