7.9.15 - (0)

Quarterbacks van de Quarterbacks is een hele aardige plaat. Jachtige, punky indiepop met lekker korte nummers. De band jakkert, gitaar en bas en drums in de hand, in 22 minuten langs 19 tracks. Live, afgelopen zaterdag in Birthdays, is er van de band alleen zanger/gitarist/songschrijver Dean Engle uit New Paltz, NY over komen vliegen. Het was van te voren ook aangekondigd als een solo-optreden, en daar had ik zo m'n bedenkingen bij maar goed, vooroordelen zijn er om af en toe getest te worden, maar zelfs met ruimhartig in alle richtingen aangepaste en bijgestelde verwachtingen had ik niet kunnen bevroeden dat het zó zou klinken. De nummers zijn nauwelijks te herkennen. Dat alle snelheid er uit is, is tot daar aan toe – ze zouden het best kunnen hebben, als tijdelijke ballads – maar Engle deconstrueert verder: de gitaar(versterker) bromt en suist en verherintepreteert de gespeelde noten op eigen wijze en Engle versterkt dit door bijna fluisterend te zingen en expres apart gitaar te spelen en af en toe met z'n bril tegen de microfoon te tikken. Het is een redelijk frustrerend optreden. Het zou een Andy Kaufman-esk commentaar op het fenomeen man-met-gitaar kunnen zijn maar dat is a) best wel heel erg niche en b) een beetje zonde van die mooie liedjes. Aan de andere kant speelt hij ook één nieuwe en die klinkt zelfs in deze vorm heel veelbelovend.

Het eerste van de twee voorprogramma's (het andere voorprogramma vond ik de moeite van het noemen niet waard) laat zien/horen hoe je dat truukje van een bandplaat in je eentje op het podium doen wél succesvol kan uitvoeren. Op Radisson Blue doet/doen Two White Cranes in krasserige, introverte indierock met, zoals alles en iedereen vandaag de dag, een vaag begin-jaren-negentig geurtje. En met, zoals niet per se alles en iedereen, bijna alleen maar hele mooie liedjes. Zo alleen, op één electrische gitaar (via een versterker met nogal een eigen willetje, zie ook de vorige alinea), is het nog kaler en misschien wel nog mooier. Het heeft wel iets van een band als Waxatchee maar dan met minder country en met meer folk. Die folk zit hem dan vooral in de stem vooral; de melodieën en in de voorzichtige triller hier en daar. De al dan niet gespeeld knullige presentatie – hoe begon dit nummer ook al weer? Lachen om verkeerde akkoorden – is even aandoenlijk maar leidt na een tijdje nogal af.



pining for the fjords
hringvegur
instagram
pop muzik
bandcamp
facebook
e-mail
rss

front
job de wit
polderlicht
gert verbeek
toekomst hervonden
i always have a song

blogger statistics