4.10.17 - (1)

Meet Me In The Bathroom van Lizzy Goodman is een heerlijk boek. Het gaat over de bands die begin deze eeuw vanuit New York ineens de wereld veroverden. De Strokes en LCD Soundsystem en Interpol en, nou ja, vooral die drie. De vorm is aanstekelijk. Oral history. Het hele verhaal wordt verteld aan de hand van quotes van mensen die er bij waren. Bandleden. Hangers on. Bloggers. Zeker in deze context is de vorm een toegevoegde waarde. Het houdt de boel lekker levendig. Alsof je in een cafe zit met een heleboel mensen die samen een verhaal vertellen door omstebeurt een anekdote uit de mouw te schudden. En je kunt leuk spelen met de vorm. Twee elkaar tegensprekende uitspraken pal naast elkaar. Of dat eerst de ene persoon zegt 'ik ga maar niet zeggen over welke band het hier gaat' na een scabreuze uitwijding en dat de volgende spreker dan gewoon zegt 'Het was Interpol'.

Daarnaast was het ook een opwindende tijd. Maar dat kan aan mijn leeftijd liggen. Ik las elke week in de NME over die hippe New Yorkse bandjes. Ik rende op die ene maandagochtend naar de HMV in Exeter voor die debuutsingle van de Strokes (ik heb nog een extra exemplaar gekocht om op te sturen naar 3voor12, zodat ze hem op de radio konden draaien). Ik had in 2001 ook een blog. Er staat zelfs een concert in waar ik bij was (Interpol, nog niet getekend bij een platenmij, in het voorprogramma van Arab Strap in de Bowery Ballroom in New York. Heb de demo-cd die ze toen uitdeelden nog ergens liggen). Het is ook míjn verhaal. Een beetje. En het boek leest als een trein. Zelfs de later hoofdstukken als de focus iets minder, ehm, gefocust is en ook bands als Franz Ferdinand en Vampire Weekend en de National in één of een paar hoofdstukken behandeld worden.

Meet Me In The Bathroom van Lizzy Goodman is ook een beetje een raar boek. Is het niet een beetje te vroeg om terug te blikken naar bands van 10 jaar terug? Verdienen ze het wel? Ze zullen vast wel veel drank en drugs genomen hebben maar de Strokes zijn niet bepaald Led Zeppelin ofzo. De stukken over LCD Soundsystem zijn het smeuïgst maar dat is meer omdat zowel James Murphy als Tim Goldsworthy ieder nogal sociaal onhandige mensen zijn dan dat er spectaculaire dingen gebeuren. Is het überhaupt wel één verhaal? De drie bands die de hoofdmoot vormen kwamen weliswaar in ongeveer dezelfde periode uit dezelfde stad maar hadden verder eigenlijk maar weinig met elkaar te maken. Individuele hoofdstukken bevatten meestal één stap in het leven van één van de bands en er is eerlijk gezegd maar weinig overlap. Ook qua sprekers niet. Behalve Har Mar Superstar. Die is ongeveer elke pagina aan het woord. Geen idee waarom. Z'n eigen muziek komt nergens ter sprake maar blijkbaar was hij er wel elke keer bij in de kleedkamer als Interpol of de Strokes dronken werden.

Een kenmerk van alle muziekbiografieën is dat de hoofdstukken over de begintijd een stuk spannender zijn dat die van de latere periode. En dat is hier geen uitzondering. De laatste hoofdstukken over de Strokes gaan er vooral over hoe ze werden ingehaald door de Kings of Leon. Het verhaal van Interpol loopt ook een beetje dood in het luchtledige (de enige betrokenne uit het wereldje die trouwens niet aan het woord komt in het boek is Carlos D). Dan is het extra lullig dat het grote slot van het boek – afscheidsoptreden van LCD Soundsystem in Madison Square Garden – inmiddels ook door de tijd is ingehaald.



pining for the fjords
hringvegur
instagram
pop muzik
bandcamp
facebook
e-mail
rss

front
job de wit
polderlicht
gert verbeek
toekomst hervonden
i always have a song

blogger statistics