5.12.19 - (0)

Hi my name is Salami. Het is niet helemaal onwaar - Lindsay Olsen opereert inderdaad als Salami Rose Joe Louis - maar het klinkt toch een beetje raar als opener bij een live concert. Sowieso is het een beetje een aparte avond in de Sebright Arms afgelopen dinsdag. De opwarmact is een dj, Alex Patchwork, en die draait zo'n relaxte set (ik heb Nick Mulvey en Linda Perhacs geshazamd) dat het publiek er bij is gaan zitten. Op de banken tegen de muur. Op het afstapje op ongeveer 1/3e van de zaal. En, toen al die plekken vol waren, ook gewoon midden op de dansvloer. En als Salami het podium op komt vindt iedereen het eigenlijk wel prima zo en blijft gewoon zitten en waarom ook niet. Het past wel goed bij de knusheid van haar muziek. Zdenka 2080, Salami Rose Joe Louis' recent op Brainfeeder verschenen album, staat vol kleine, schetsmatige knutselliedjes. Toetsen, beat, stem. Een nummer bestaat meestal uit één hook van een paar maten - aan coupletten of refreinen, laat staan middle eights, doet Olsen niet echt - waar fluisterend overheen gezongen wordt en na anderhalve minuut ofzo, voordat het saai wordt in in ieder geval, is het nummer meestal wel afgelopen. De Guided By Voices van de spacejazzslaapkamerpop.

Vanavond op het podium is er iets meer structuur in de muziek van Salami Rose Joe Louis. Maar dat is vooral omdat ze die hooks en loops laagje voor laagje opbouwt. Toetsenriedeltje, dat dan automatisch door blijft lopen, baslijntje d'ronder. Dan zingt ze wat. Misschien een extra toetsenfiguurtje. En soms drukt ze na een tijdje op een van de knoppen van haar andere apparaat en klinkt er een, vaak een beetje scheve en onhandig struikelende, drumbeat. De afwisseling zit hem er vooral in dat ze dan af en toe een van de losse lagen wegdraait of juist alle lagen behalve één. En dat het ritme van de beat vaak weinig van doen heeft met wat ze daarvoor speelde. Ze speelt bijna een uur wat wat aan de lange kant is. De liedjes zijn onderling allemaal misschien een beetje inwisselbaar - melodisch ook - en van dat glazige jaren-zeventig-orgel geluid van d'r keyboard word je op den duur ook een beetje wee. De plaat klinkt meer gevarieerd (en een stuk zweveriger trouwens ook) maar dat maakt dit niet per se minder charmant.

Ik vind Olsen's stem wel een beetje lijken op die van Beth Gibbons van Portishead. Als ze de hoge noten moet doen, knijpt ze ook heel intens haar ogen dicht. Verder is het een heel aandoenlijk optreden. De enthousiaste manier waarop ze haar vingers over de toetsen jaagt. En hoe ze met haar hoofd met de beat meeknikt (maar altijd een net iets ander ritme lijkt te horen dan ík). Een van de voordelen van het zittende publiek is dat iedereen vol aandacht - en muisstil - is. En dat er gelengheid is tot een staande ovatie na afloop.



pining for the fjords
hringvegur
instagram
pop muzik
bandcamp
facebook
e-mail
rss

front
job de wit
polderlicht
gert verbeek
toekomst hervonden
i always have a song

blogger statistics